Ik kan mij heel goed herinneren dat ik als kind een keer een iglo heb gemaakt. Of dat ik met de kinderen uit de buurt een mega grote sneeuwpop in elkaar heb gezet. Maar daar is ook alles mee gezegd. Dit kon toen ik een klein kind was. De afgelopen jaren hebben we geen Elfstedentocht gehad, hebben we geen sneeuwpop-wedstrijd gehad en weet iemand nog wat een sneeuwballengevecht is? En ja, er heeft wel eens sneeuw gelegen en de vijver in de achtertuin van mijn buurman heeft wel eens een laagje ijs gekend. Maar wanneer is het zo veel geweest?
De eerste week van februari 2021 kon niemand er meer omheen: er is sneeuw op komst. Elke weerman en elke weervrouw op elke nieuwszender vertelde het land wat ons te wachten stond. Het ging van een beetje sneeuw op de zaterdag, naar een hele week storm, sneeuw en ijzel. De nacht van 6 op 7 februari moest het gaan gebeuren. Ik was bij mijn vriend thuis, die een heerlijk grote tuin heeft met een grote vijver en een tuinhuisje. Een aantal weken hiervoor was er al een laagje sneeuw gevallen. Dit vonden we toen zo leuk dat we tot 3 uur ’s nachts gefeest hebben in de tuin. Maar na 3 sneeuwballen was de witte poeder al haast op.
De huidige voorspelling van het weer bracht ons in een kinderlijke spanning. Mijn vriend zei al van tevoren dat hij een sneeuwpop wilde maken. Ik was er nog niet zeker van of er wel zo veel sneeuw zou vallen. Maar mijn gedachte werd al snel omgedraaid. Het begon met sneeuwen en het stopte niet. We wilden ons toch een beetje laten verassen dus we gingen slapen met het idee wakker te worden in Winter Wonderland. En dit was precies wat er buiten op ons lag te wachten. Een pak sneeuw van wel 30 cm hoog en vlokken die door de lucht dwarrelden. Het was zondagmiddag. Mijn vriend en ik wisten niet hoe gauw we ons in moesten pakken om de witte, ondergesneeuwde tuin te trotseren. Na vijf minuten was mijn muts al wit en voelde ik een heerlijke, winterse loopneus. De sneeuw was op sommige plekken zo hoog dat er heuse duinen in de tuin lagen. Een witte woestijn aan sneeuw. Achter het huis van mijn vriend ligt een tuincentrum die op het moment geheel ingesneeuwd was. Hoe ongelukkig voor de eigenaar, hoe blij wij waren. Met een sneeuwschep van de berg afglijden en springen in de witte woestijn. Het was zo koud, maar dat mocht de pret niet drukken. Ik heb hardop gelachen om hoe mijn vriend er uit zag. Zijn zwarte, lange jas was een zachte, witte, poederjas geworden. Binnen stond ons thee en een droge set kleren te wachten en eerlijk gezegd, keek ik daar ook wel naar uit. Als je je tenen niet meer voelt, moet je misschien even gaan opwarmen.
Gladde wegen.
Ondanks dat ik veel plezier beleefde, begonnen de nieuwspagina’s ook vol te stromen. Er waren zo veel ongelukken gebeurd. De hele week werd heel het land al geadviseerd dit weekend niet de auto in de stappen of een stukje te gaan fietsen, maar soms moet je. De wegen werden goed bestrooid met zout maar dit hielp amper. Door de avondklok die ingezet was omtrent het coronavirus, reden er weinig auto’s op de wegen. Hierdoor kregen de snelwegen, net als de tuin, een witte laag. En als je nu denkt: “je kan toch met de trein?” Dan moet ik je teleurstellen. De Nederlandse Spoorwegen had van tevoren al aangekondigd dat er waarschijnlijk minder treinen zouden rijden. Maar dat er zo veel zou uitvallen hadden ze denk ik ook niet verwacht. Een ritje van Steenwijk naar Eindhoven, wat normaal 2,5 uur zou duren, zou nu een beruchte 6 uur duren.
Nu is het maandagavond. Ik zit dit te schrijven met buiten nog steeds een witte wereld. Ik vind het heerlijk. Stiekem geniet ik er nog wel het meeste van door met een kop thee vanuit binnen te kijken hoe de wereld eruit ziet. De vijver van mijn buurman kent nu denk ik geen stromend water meer. En voor hoe het er naar uitziet hoeven we deze week nog geen afscheid te nemen van het mooie winterweer. Misschien wordt het zelfs tijd de schaatsen te slijpen. Wat de natuur ons ook gaat brengen; dit plaatje en het plezier vergeet ik voorlopig niet.